Read the English version here
Om met de deur in huis te vallen, hoe hebben jullie elkaar leren kennen?
Jo: op de hooizolder! (Algemeen gelach)
Anne: (draait eens met haar ogen) Nee, nee, … van in de jeugdbeweging, de KLJ. Wij moeten een jaar of 16 geweest zijn toen we elkaar leerden kennen.
Was het meteen “liefde op het eerste gezicht”?
Jo: Goh, voor mij wel, maar voor Anne niet echt, ik heb moeite moeten doen.
Anne: Dat klopt, ik heb een beetje met zijn voeten gespeeld (lacht).
Jo: Ik zag Anne voor de eerste keer en ik heb tegen mezelf gezegd: “Die moet ik hebben!”
Anne: Wij gingen altijd uit met dezelfde vriendengroep. Daar zijn toen meerdere koppeltjes uit voort gekomen.
Jo: Wij zaten met al de “Van Moerkes” in de KLJ. De 3 neven zijn met 3 zussen iets begonnen.
Anne: Vanaf ons 16de
waren wij samen.
Jo: Het was wel eens gedaan. Ze “sjotte” me wel eens buiten (iedereen lacht). Uiteindelijk ben ik mogen blijven …
Anne wat trok je aan in Jo?
Anne: Zijn gedrevenheid, spontaniteit en eerlijkheid. Heel sociaal ook. En hij had toen ook nog lang haar hé.
Jo: Ja, ik ben al blij dat je niet begonnen bent met … zijn kapsel (Iedereen lacht).
Jo, wat trok je aan in Anne?
Jo: Anne was natuurlijk een mooi meisje, maar ik voelde me ook aangetrokken tot haar doorzettingsvermogen. Ze was toen al een vechtertje. Anne werkte vanaf haar 14de elke woensdag, zaterdag en zondag bij een bakker. Ze was altijd aan het werk, altijd heel gedreven in alles wat ze deed. Bij de KLJ werden er sportfeesten georganiseerd en bij de loopwedstrijden moest Anne altijd winnen, want ze kon niet tegen haar verlies.
Anne: Die werkethiek zat er bij ons beide ingebakken. Jo werkte bij zijn ouders op het bedrijf.
Jo: Thuis heb ik niet anders geweten dan werken, verlof bestond niet. Als wij uitgingen liet mijn pa ons relatief vrij, maar hij stond ’s morgens wel aan ons bed. Wij durfden niet tegenpruttelen hoor.
Anne: Wij hebben inderdaad nooit anders gezien dan “werken”. Vooruit was de weg hé.
Een heel, heel sterke vrouw …
Wanneer zijn jullie dan samen beginnen werken?
Anne: Jo had in 1990 een bedrijfje opgericht, Van Moer & Co, een transportbedrijf. Ik werkte van mijn 18 jaar bij één van de havennaties. 3 Jaar later heb ik bij Jo een bediende die op zwangerschapsverlof ging vervangen, en ik ben gebleven…
Jo: Wij hebben toen hard gewerkt. Ik reed met de camion, Anne deed de planning.
Hoe ging dat?
Jo: Ruzie dat wij gemaakt hebben, ruzie! Pfff… Ik was -dat moet ik wel zeggen- een “dulle” stier. Ik kon me snel druk maken.
Anne: Roepen en tieren, dat gebeurde wel eens 😊.
Jo: Anne stuurde me wel eens op pad met mijn camion naar heel uiteenlopende bestemmingen, letterlijk. Dan belde ik vanuit een telefoonkotje
-er waren nog geen gsm’s- om te vragen naar waar ik moest en dan stuurde ze me naar de andere kant van het land. Da’s maar 10 cm op de kaart zei ze dan…
Anne: (onverstoorbaar) We stippelden alles nog uit op fysieke kaarten. Dat liep wel eens mis en Jo zat dan met de gebakken peren. (Lacht)
Jo: Anne was een echte plantrekker. Zij belde dikwijls met Duitse klanten zonder in feite Duits te kunnen.. Ik zou dat niet gedurfd hebben. Anne had van niets schrik. Ze had heel veel lef , werkte dag en nacht met de telefoon naast haar bed. Een sterke vrouw.
Plezante tijd?
Jo: Zeker, maar een totaal andere tijd hé. Alles kon. Wij kwamen met veel weg. En dat was soms nodig. (Lacht)
En toen kwamen Jens en Brent kort op elkaar. Hoe combineer je 2 kleine kinderen met de uitbouw van een bedrijf?
Anne: Hoe was dat? Bevallen, 4 dagen kliniek en op de 5e
dag was ik terug aan het werk.
Jo: Dat is dus echt zo gegaan. En pas op, gewerkt tot de bevalling … geen gewoon ons Anne.
Brent: Ons mama begon elke dag te werken om 06u00. Ze maakte ons wakker, zette ons eten klaar en dan gingen wij mee naar den bureau in onze pyjama. Mama zette ons daarna af op school, Moeke haalde ons af en zette ons vervolgens af op de voetbal. Vake kwam ons daar weer ophalen. En om 20u00 ’s avonds kwam ons mama ons op haar beurt weer ophalen bij Moeke en Vake. Een heel geregel.
Anne: En Moeke ondertekende hun agenda’s …
Brent: … en onze strafstudies. Voor ons was dat ideaal 😊.
“Hard werken wordt altijd beloond”
Even later in 1997 worden jullie geconfronteerd met een bedrijfsbrand. Ook jullie huis gaat in lichterlaaie op. Dan denk je… finito?
Anne: Dat was schrikken, maar ook toen zijn we niet bij de pakken blijven zitten. Dat kon ook niet. Jens was 8 maanden en ik was zwanger van Brent. Er moest brood op de plank komen 😊. We hebben dan maar een caravan gekocht en verder gedaan.
Jo: Wij hebben met 2 pasgeborene een jaar een half in dat caravanneke
geleefd, met daarnaast een bureaucontainer met de wasmachine en de droogkast.
Jens: Daar weet ik niet veel meer van. Wel nog dat we boven den bureau hebben gewoond. Ons living is later nog de vergaderzaal geworden.
Nooit gedacht: “Met wat zijn wij hier bezig?”
Anne: Wij hadden geen keuze hé. Wij deden dat gewoon.
Jo: Ons werk was daar. Voor ons was dat de enige weg.
Anne: Wij hebben lang gedoucht in de douches van de chauffeurs
Jens: Wij liepen dikwijls in ons bloot gat rond in de bureaus terwijl ons mama de planning deed.
Jens en Brent, jullie hebben jullie mama nooit gemist?
Brent: Nee, eigenlijk niet. Die is er altijd geweest voor ons. Ondanks dat we haar misschien niet altijd zagen. Ze was er voor ons. Ze kon en kan ook geen “nee” zeggen. Ze heeft echt altijd alles gedaan wat ze kon…. En meer.
Jo: Niets was te veel. Ondertussen organiseerde ze ook nog de events van ’t werk en deed ze na het feest wanneer iedereen naar huis ging, ook nog den opkuis. 7 Op 7 was ze in de weer.
Brent: Wij hebben met ons moeder nooit samen een tv-serie gezien of zo hé. Als ik dat vertel tegen vrienden geloven ze me niet. -
Brent: Als wij dan ’s avonds voor de tv zaten, kroop zij terug achter de computer voor de loonverwerking ofzo. Ook zaterdag, zondag, zat ze niet stil.. En nooit klagen hé.
Anne: Ik heb die gedrevenheid in mij, da’s waar.
Brent: Hard werken wordt altijd beloond heeft ze ons altijd ingelepeld. En dat is ook zo. Van die mentaliteit plukken wij vandaag nog de vruchten.
En hoe was jullie jeugd?
Jens: Wij zijn heel zelfstandig opgegroeid. Wij reden al heel jong met onze fiets naar school en moesten snel ons plan trekken.
Brent: Heel ons familie zat in hetzelfde schuitje. Wij zijn zo opgegroeid. Al onze nonkels en tantes zijn zo, allemaal ondernemers, allemaal harde werkers.
Jens: Wij woonden samen met onze kozijns in één straat. Ook samen in de KLJ gezeten. Op die hooizolders hé (iedereen barst het uit)
Brent: Wij zijn opgegroeid in een industriepark! (lacht)
Anne: Ja, heel de familie woonde inderdaad vlak bij elkaar.
Jo: Vanaf hun 4, 5 jaar reden zij mee met de camion.
Brent: Wij vonden dat eigenlijk best leuk zo.
Jo: In feite is dat net hetzelfde als hoe ik ben opgegroeid. En hoe mijn vader is opgegroeid. Dat was misschien nog straffer. Hij was 10 jaar toen hij als zoon van een landbouwer met paard en ploeg tot ’s avonds laat bezig was. 10 jaar hé
Brent: Ons moeder heeft ons ooit eens ingeschreven voor een zomerkamp. Dat vonden wij een hel. Dat was echt tegen ons goesting. Al onze leeftijdgenootjes keken daar naar uit, maar wij reden liever mee met de camion. Het leven speelde zich voor de rest af op “den hof”.
Jens: Wij werkten ook dikwijls voor onze nonkel. Ons vader had tegen hem wel gezegd dat hij ons niet mocht betalen (Jo lacht). Wij vonden dat niet zo leuk, maar onze pa wou dat zo.
Jo: Ik ben een emotioneel mens, maar ik kan ook heel streng zijn. Dat heb ik van mijn vader.
Brent: Dat is echt zo. Wij wisten heel snel hoe laat het was als hij kwaad was. Dan zwegen wij braaf 😊.
Jens: Onze pa kon bikkelhard zijn. Hij had geen compassie met ons.
Dat hard werken zit echt in de genen?
Jens: Dat klopt voor een stuk, maar het is vandaag wel niet meer te vergelijken met wat mijn ouders gedaan hebben. Dat was extreem.
Jo: Dat zegt hij nu wel, maar die begint ook alle dagen om 05u00 hoor.
Hard werken, maar ook risico’s nemen?
Anne: Toch wel, Jo is een echte ondernemer. Bij problemen, zocht hij onmiddellijk oplossingen én hij durfde veel. Soms te veel…
Jo: Ik ging naar een vrachtwagensalon om een camion aan te kopen. Anne ging dan op de rem staan. “Nee Jo, je koopt er gene”. En dan kocht ik er 4 (lacht). Maar in plaats van kwaad te zijn (enfin wel eventjes in’t begin), werkte ze de benen van onder haar lijf om die camions te doen bollen. Dat heeft ons Anneke altijd gehad. Waar ik ook mee afkwam. Ze volgde me en deed er àlles aan om het te doen slagen.
Anne: Jo heeft ooit een 20-tal vrachtwagens van een faillissement gekocht. De dag erop stond de parking hier vol met chauffeurs en er was geen werk voor (lacht). Hij kon heel impulsief zijn. Veel zweethandjes gehad hoor…
Jo: We namen alles aan. Op een gegeven moment voor Georgiërs gewerkt die alle mogelijke prularia invoerden, bestemd voor het toen beruchte Falconplein in Antwerpen.. Voor ons was dat allemaal nieuw, maar gelukkig is dat allemaal goed gekomen.
Terug van nul …
Net zoals in 2008?
Jo: Zeker weten, een diepe crisis sloeg in waardoor we bijna ons bedrijf moesten verkopen.
Anne: Dat liep mis en ze zeiden tegen ons: “bereid jullie maar voor op het ergste”.
Jo: We moesten kiezen voor verkopen of onze eigen privé centen erin steken tot op de laatste frank. Vele koppels zouden de handdoek in de ring hebben gegooid, maar ons Anneke niet. Zij ging altijd vooruit. Wij hebben toen alles waar we 18 jaar voor gespaard hadden, maar dan ook alles, terug in die zaak gestoken.
Anne: Wij hebben zelfs ons eigen huis verkocht en in feite terug van nul begonnen.
Jens en Brent, hoe hebben jullie dat beleefd?
Jens: gewoon eigenlijk…
Brent: Ik heb pas beseft wat mijn ouders gedaan hebben toen ik eens bij een vriendinnetje thuiskwam. Dan merk je plots dat het er op een ander veel anders aan toe gaat. Iedereen wacht bijvoorbeeld op elkaar tot iedereen samen thuis is om te eten. Dat vond ik speciaal 😊. Bij ons at je wanneer je thuiskwam. Zo zijn wij opgegroeid. Je beseft dan… misschien is het juist bij ons speciaal (lacht).
Waar had Van Moer Logistics vandaag gestaan zonder Anne?
Jo: Dat is de gemakkelijkste vraag van allemaal. Het had NIET bestaan. Of toch niet in zijn huidige vorm. Anne heeft mij altijd voor de volle 100% gesteund. Zet iemand anders naast mij en die zegt na 2 weken: “Wat voor iemand ben jij?” Hahahahaha.
Brent: Da’s waar, het is gene gemakkelijke.
Jens: Onze papa is eigenwijs. Ons mama is eigenlijk de enige die met hem om kan 😊.
Jens: Je mag die rol van ons mama ook niet onderschatten, als vrouw in de transportsector…. Zeker niet in de beginjaren. Ons mama dwong respect af bij de chauffeurs. Ze liet ze hard werken, maar dat kon ze, omdat ze zagen dat ze dat zelf ook deed. Daardoor kon ze hen soms ook naar hun voeten geven. Dat werd van haar aanvaard
Wat is het geheim geweest van jullie succes?
Jo: Blijven doorgaan. Het water heeft tot 3, 4 keer toe tot aan de lippen gestaan, zelfs erboven. En dan toch doorzetten, niet opgeven. Zelfs als iedereen zei dat het niet meer ging goed komen, bleven wij halsstarrig doordoen. Je moet dan goed omringd zijn. Ik heb ooit zitten huilen als een klein kind aan een container. Moe, kapot zitten… Maar dan was er altijd Anne die me moed insprak, of Steven Pauwels, mijn rechterhanddie zei: ”komaan Jo, alles komt goed, doorgaan.”
Anne: Er zijn voor elkaar is iets dat in onze familie, maar ook in ons bedrijf leeft.
Complementair team
Jo: Ik denk dat dat het is. Wij zijn twee uitzonderlijk gedreven mensen met een sterk karakter.
Anne: Mocht één van de twee dat niet gehad hebben, dan was het niet gelukt. En ja,… ik ben sterker dan jij hé (Anne kijkt Jo strak aan. Jo, Jens en Brent barsten het uit van het lachen)
Jens: ’t Is waar!
Jo: Weet je, wij hebben altijd gescheiden gewerkt. Mochten wij elke dag op dezelfde bureau gezeten hebben, oei, dat zou écht niet gegaan hebben. Onze rollen zijn in feite altijd goed afgebakend geweest.
Anne: Jo is meer de man met de visie. Ik ben meer hands-on en ik probeer Jo in die visie zoveel mogelijk te helpen. Wij zijn daarin heel complementair. Gelukkig maar, want twee koppige beslissingsnemers naast elkaar, dat werkt niet. We zijn een sterk team.
Jo: Daardoor is het ook dikwijls zo dat wanneer er over ons bedrijf gesproken wordt, ik meer in de schijnwerpers sta. Maar het aandeel van ons Anne is minstens zo belangrijk. Dat wil ik hier nog eens benadrukken.
Anne: Ik ben geen tafelspringer.
Jens: Dat klopt. Zo’n interview zoals nu, daar kijkt ze tegen op hoor!
Jo: Zelf ben ik van nature uit ook zo, maar ik doe het voor ons bedrijf. Ik weet dat het belangrijk is om met je gezicht naar buiten te komen. Ik heb dat met vallen en opstaan moeten leren. Ik ben een open boek en soms keert zich dat ook tegen je.
Brent: Hij vertelt graag, maar is tegelijk ook doodeerlijk. Soms te eerlijk.
Nemen jullie nog steeds beslissingen zoals vroeger?
Jo: Nee, dat gaat niet meer. Vroeger “sprongen” we meer. Nu is het veel beredeneerder. Met Ackermans & van Haaren (investeringsmaatschappij) aan boord verloopt alles meer volgens procedures. Wat goed is.
Anne: Maar we doen nog altijd straffe dingen.
Jo: Klopt. Bij een overname motiveren we onze plannen altijd heel goed in samenspraak met Ackermans. Er gaat heel wat overleg aan vooraf, maar van zodra we groen licht hebben zetten we alle zeilen bij om er een succes van te maken en de overgang zo vlot mogelijk te laten verlopen. Dat geeft me nog altijd veel voldoening.
Anne: Het is een kwestie van onze cultuur over te brengen. Eén keer dat lukt, zijn we meestal vertrokken.
Jo: Niet simpel hoor, maar onze mensen zijn even gemotiveerd als wijzelf om dat te doen lukken. Die hebben dezelfde geestdrift. Wat is het geheim? Dat we ons enthousiasme kunnen vertalen naar onze mensen denk ik.
Anne: En dat we ook heel dankbaar zijn voor wat ze elke dag doen.
Jens en Brent, jullie hebben voorlopig ander paden gekozen. Jens, jij als ondernemer in je eigen bedrijf (Verhuur van opleggers) en Brent jij als topsporter in het wielrennen (Lotto-Dstny). Hebben jullie ambities om ooit deel uit te maken van Van Moer Logistics?
Jens: Ik niet. Ik heb mijn eigen firma waar het heel hard gaat. We groeien snel, er is veel werk en dat is heel fijn.
Doe je dat met dezelfde drive als je ouders?
Jens: Jawel, maar toch is dat anders, ik ben daar eerlijk in.
Ik zou het ook niet kunnen, met zoveel volk werken. In de verhuur is dat niet nodig en dat is goed zo. Dat blijft overzichtelijk, maar bij mijn ouders … Die schaalgrootte is toch niet mijn ding.
Jo: Hij werkt hard voor zijn eigen project en ik ben blij voor hem dat hij het zo goed doet.
En jij Brent?
Brent: Mijn focus ligt nu uiteraard op het wielrennen. Dat is het enige wat er bestaat voor mij op dit moment. Maar ik moet toegeven dat ik er altijd van heb gedroomd om ooit bij Van Moer Logistics te werken en het werk van mijn ouders verder te zetten. Ik ben van plan om na mijn wielercarrière met evenveel overgave daaraan te beginnen. Ik wil in mijn leven dingen realiseren. In het wielrennen, maar zeker ook daarna. Het heeft te maken met passie, iets graag doen. Mensen zeggen mij ook wel eens over mijn fietscarrière: “Hoe doe je dat, zo hard afzien, alle dagen op je fiets kruipen en al die kilometers malen?” Ik doe dat graag hé. Onze Jens heeft ook zijn ding gevonden met zijn bedrijf en met zijn paarden (Jens is ook succesvol paardenfokker)
Grote schoenen om te vullen
Fier op wat jullie ouders hebben gerealiseerd?
Jens: Wat denk je? Super fier. Wat zij hebben neergezet is heel bijzonder. Andere kinderen van ondernemers zouden nog kunnen zeggen: “ik wil beter doen dan mijn ouders”. In ons geval is dat onmogelijk. Het zijn grote schoenen om te vullen.
Jo: Van nul hetzelfde doen is inderdaad niet mogelijk meer. Dat heeft echter meer te maken met het feit dat we in andere tijden leven. Maar Van Moer Logistics nog succesvoller maken kan zeker wel.
Brent: Inderdaad, in die schoenen voortwandelen en bergen beklimmen kan nog wel 😊.
En specifiek op jullie mama?
Brent: Chapeau wat zij heel haar leven voor ons gedaan heeft.
Jens: Zeg dat wel.
Anne: Ons mannen hebben ooit een prachtige tekst gemaakt voor ons die ze hebben voorgedragen op een feest, 14 jaar geleden.
Brent: Ik ken die tekst nog van buiten!
Jo & Anne: Wat? Dat kan niet?
Brent verbaast iedereen en begint eraan: Liefste mama en papa, zie ons hier nu staan. Nog zo jong en onervaren, maar ik wil jullie iets verklaren. Als het werk is afgelopen, zijn wij vrij, maar voor ons moeder kan er altijd nog een uurtje bij. Als ik ziek ben sta je naast ons bed… euh…
Jo: Zot! Dat jij dat nog kent … Ik herinner mij dat nog. Toen hebben we geblèt hoor!
Jens: Ja, ondanks dat ze heel streng waren voor ons, zijn we altijd een emotionele en warme familie geweest. En ons ma was en is een heel goede moeder.
Straffe madam?
Jens: Wij zeggen soms tegen elkaar. Een vrouw zoals ons moeder die hebben wij nog niet gevonden.
Jo (lacht): Hij is nog aan het zoeken!
Jens: Dat bestaat niet meer. Die maken ze niet meer.
Brent: Zoveel is zeker.